Combinatie van de vaardigheden

Het is het meest natuurlijk om de verschillende Playing-2-gether-vaardigheden in de praktijk met elkaar te combineren. Sommige leerkrachten (in opleiding) geven er echter de voorkeur aan om de verschillende vaardigheden eerst apart van elkaar te oefenen. De combinatie van strategieën is belangrijk om deze complexe interactievaardigheden in de dagelijkse praktijk te integreren.

Kijk hier naar voorbeelden van onze leerkrachten die verschillende vaardigheden combineren.

Deze video’s zijn gefinancierd met subsidie van de EU (Erasmus+). De auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

 

Met water spelen

Twee oudere kleuters en een jonge kleuter, Farhat, spelen met water en verschillende voorwerpen. Meester Jorge observeert en probeert de kinderen na te laten denken over drijven en zinken. Hij observeert Farhat en merkt dat Farhat daar niet geïnteresseerd in is en begint zijn spel te spiegelen; het vullen van de kan met water.

Zoals je ziet, zijn de kinderen geboeid door verschillende materialen en processen. Jorge kiest ervoor om de leiding van Farhat te volgen, omdat hij de relatie met hem wil versterken. Hoe reageert Farhat daarop?

 

De klei steeds platter maken

Combinatie van verwoorden en spiegelen van gedrag.

 

Waar is Batman?

Farhat is 4;2 jaar en spreekt Nederlands als tweede taal. Hij en meester Jorge spelen met de Batmanauto en het Batmankasteel. Jorge volgt vooral de regie van Farhat, door te observeren, spiegelen en verwoorden wat de jongen doet en door te herhalen wat hij zegt. Hij last ook stille momenten in.

Hoewel Jorge vooral de leiding volgt van Farhat, probeert hij soms ook nieuwe elementen aan het spel toe te voegen. Zie je dat Jorge sensitief reageert op Farhats reacties daarop? Hoe blijf jij in contact met kinderen als je een nieuwe impuls geeft aan het spel?

 

Gezichten tekenen

Juf Dana en Oliver (6 jaar) zijn elkaar aan het tekenen. Dat was een idee van Oliver. Dana spiegelt zijn handelingen en in het begin volgt ze de regie van Oliver. Later moedigt ze hem aan tot een gesprek door het verbaal beschrijven van zijn handelingen en de gevoelens in de situatie.

Hoe voelt Oliver zich? Is hij geïnteresseerd in de activiteit? Merk je dat er een emotionele band tussen hen bestaat?

 

Wie mag het hulpje zijn?

Kinderen hebben het over de “hulpdienst”. Leraar Dana vraagt kinderen hoe ze het probleem kunnen oplossen dat twee jongens, Oliver (6 jaar) en Patrik, tegelijkertijd hulpje willen zijn. De regel in de klas is dat de dienst uit één kind bestaat. Ze stelt vragen aan kinderen die erop gericht zijn om gezamenlijk tot een goed gevoel te komen. Ze richt zich op positieve emoties in de groep en op beslissingen die aanvaardbaar zijn voor de hele klas. Ze beschrijft de situatie verbaal, labelt gevoelens in de groep en ondersteunt relationele behoeften in de groep.

Is leerkracht Dana gevoelig voor individuele behoeften in de klas? Hoe gaat ze om met de situatie? Is ze emotioneel verbonden met kinderen, vooral met Oliver? Aan welke relationele behoeften komt ze tegemoet?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.