Hoe?

P2G als preventie en interventie

Je kunt Playing-2-gether zowel inzetten als preventie als als interventie. Bij preventie ligt de focus op het verbeteren van de kwaliteit van de leerkracht-kindrelatie voor alle kinderen in de klas. Je kunt Playing-2-gether dan toepassen met kleine groepjes kinderen en de samenstelling van deze groepen veranderen al naar gelang je dat wilt. Bij interventie richt je je op een specifiek kind met wie je geen goed contact hebt. In het Erasmus+ KA2 project ligt de focus op kinderen met wie de leerkracht geen goede band heeft of die gedrag vertonen dat de leerkracht als storend ervaart. Playing-2-gether kan ingezet worden als strategie om inclusie van deze jonge kinderen in de groep te verbeteren.

Wil je meer weten over de vaardigheden van Playing-2-gether? Ga naar het menu Playing-2-gether-vaardigheden

Het is belangrijk dat je reflecteert op jouw inzet van Playing-2-gether-vaardigheden. Wil je meer weten? Ga dan naar de rubriek ““Verhalen” en kijk ook eens bij Handleiding

 

Organisatie van P2G in de klas

 

Speel je met één of met meer kinderen tegelijk?  

Dat hangt af van je focus. Als je de Playing-2-gether-vaardigheden nog aan het oefenen bent, kun je je op elk kind richten. Je speelt bijvoorbeeld met autootjes en imiteert het gedrag van slechts één kind. Als je merkt dat dit kind er niet op ingaat, kun je na enige tijd het spelgedrag van een ander kind imiteren.

Als je je richt op het opbouwen van een kwalitatieve leerkracht-kindrelatie met een kind met wie je problemen ondervindt, dan is het belangrijk dat je afspraken maakt om regelmatig samen met dit kind te spelen. Je kunt ervoor kiezen om met dit kind alleen te werken, of in een klein groepje. Je richt je dan vooral op je band met dit ene kind.

Er kunnen gerust ook andere kinderen spelen in de hoek waar je Playing-2-gether inzet. Zij kunnen ook meedoen. Het is altijd belangrijk om aandacht te besteden aan alle kinderen en andere kinderen niet te negeren. Misschien kun je de kinderen met elkaar verbinden?

Je hoeft niet altijd met dezelfde kinderen te werken voor Playing-2-gether. Je kunt de vaardigheden inzetten bij verschillende kinderen.

 

 

Wat is het beste moment om samen te spelen? 

Het beste is om Playing-2-gether te plannen in het week- of dagrooster, bij voorkeur tijdens vrije speelmomenten. Je zet bewust één of meer Playing-2-gether-vaardigheden in tijdens het spel. Hieronder vind je meer informatie over welk spel geschikt is voor Playing-2-gether.

 

Playing-2-gether-vaardigheden zoals observeren, het labelen van gevoelens en rekening houden met relationele behoeften kunnen ingezet worden tijdens de hele dag. Beperk je niet tot de geplande Playing-2-gether momenten.

  

Waar zet je Playing-2-gether in?

Als je Playing-2-gether toepast terwijl je de enige volwassene in de klas bent, dan kies je het liefst een duidelijke en centrale plek in de klas. Op deze manier kun je de groep overzien, zodat je ergens kunt bijspringen als dat nodig is. Tegelijkertijd kun je je toch richten op één of meer kinderen met wie je aan het spelen bent. Als je voor de overige kinderen voldoende zichtbaar aanwezig bent, is er minder kans dat ze zullen storen.

Spreek met de kinderen af dat ze eerst hulp aan elkaar vragen voordat ze jou benaderen. Je kunt gebruik maken van pictogrammen, een kledingstuk of een knuffel om dergelijke afspraken te ondersteunen. Zo kun je bijvoorbeeld de plek van Playing-2-gether markeren of met pictogrammen aangeven of kinderen naar jou toe kunnen komen of naar elkaar moeten gaan.

 

Welke hoeken of activiteiten zijn geschikt voor Playing-2-gether?

In feite is ieder spel geschikt. Het belangrijkste is dat het kind graag speelt met dat materiaal of in die hoek.

Sommige activiteiten in de klas, zoals verhalen vertellen of gymnastieklessen, zijn minder geschikt voor Playing-2-gether, omdat één-op-één interactie een belangrijke rol speelt in Playing-2-gether.

Ook buiten spelen, bijvoorbeeld in de zandbak, of rollenspel zijn goede mogelijkheden voor Playing-2-gether.

Zorg ervoor dat je goed kijkt naar de interesses en behoeften van het (de) kind(eren)! Zorg ervoor dat interactie mogelijk is. Vermijd activiteiten die te moeilijk en ook te passief of individueel zijn, zoals puzzelen, het bekijken van prentenboeken, …, tenzij het kind hier expliciet om vraagt.

Als kinderen moeite hebben met het kiezen van wat of waar ze willen spelen, kun je de keuze beperken door een Playing-2-gether-kist of-doos te maken met wisselende inhoud. Het kind kan het materiaal kiezen dat in deze doos zit.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.